Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.

> lees meer over de cursus
> schrijf je in voor de cursus

Over de taal van
Steenwijk (Steenwiek)

De taal van Steenwijk: Noordwest-Overijssels Stellingwerfs

Steenwijk ligt op de streektaalkaart van Nederland uit de Bosatlas in het donkerroze gebied. Dat is het gebied waar een variant van het Nedersaksisch wordt gesproken die Stellingwerfs genoemd wordt. Het Stellingwerfs wordt niet alleen gesproken in het Friese gebied Oost- en Weststellingwerf, maar ook in aangrenzend Noordwest-Overijssel en Zuidwest-Drenthe.
In Vollenhove wordt geen Stellingwerfs maar Sallands gesproken, wat behoort tot het grote, oranje gekleurde, Gelders-Overijsselse taalgebied.

Deze kaart is gebaseerd op de oudere dialectkaart die Jo Daan in 1968 tekende voor de Atlas van Nederland.

Het sjibbolet voor het Stellingwerfs is: et waeter klaetert tegen de glaezen, soms nog uitgebreid met: dat et daevert. De èè, in het Stellingwerfs als ae gespeld, in woorden die in het Nederlands een aa hebben, is dus bijzonder kenmerkend voor deze taal.

In Vollenhove en andere Sallandse taalvarianten wordt in deze woorden een ää  gehoord, dat is een klank die het midden houdt tussen een aa en een èè.

Steenwijk ligt net ten zuiden van het gebied waar jum of jim (= jullie) wordt gezegd. De streektaalsprekers in bijv. Steenwijkerwold en Oldemarkt, en natuurlijk in de Stellingwerven over de Friese grens, zeggen jum of jim, bijvoorbeeld in het volgende zinnetje (uit Oldemarkt, opgegeven voor de schriftelijke enquête 1978-1981):

Emmen jum die ond an zien koemen deur die plassen regenwaeter?
'Hebben jullie die hond aan zien komen door die plassen regenwater?'

In het Steenwijks luidt deze zin:

Ebben jullie die ond an zien komen stappen deur dee plassen regenwaeter?

Voor ‘jullie’ wordt hier dus jullie gebruikt.

Lees hier het hele artikel over het Steenwieks.