Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.

> lees meer over de cursus
> schrijf je in voor de cursus

Over de taal van
Nieuwleusen (Ni'jluzen)

De taal van Nieuwleusen: Zuiddrents/Sallands

Hieronder is een klein gedeelte van de streektaalkaart te zien die Jo Daan in 1968 tekende voor de Atlas van Nederland. Het groene gebied met nr. 22 is het gebied waar Stellingwerfs gesproken wordt, in gebied 23 (ook groen) Zuiddrents.
Let wel: het Stellingwerfse gebied omvat niet alleen de Friese Stellingwerven maar loopt door in Noordwest-Overijssel tot aan het Meppelerdiep; het Zuiddrents is ook grensoverschrijdend: ook het Staphorsts hoort erbij.

In het lichtgele gebied, waarin Kampen, Zwolle en Ommen als plaatsen worden genoemd, wordt een variant van het Nedersaksisch gesproken die Daan Gelders-Overijssels noemde, en waarvoor we in Overijssel we meestal de term Sallands gebruiken.
Nieuwleusen ligt min of meer op de grens tussen het Sallandse en het Zuiddrentse gebied.

           

Wat houdt dat in, dat het Ni’jluzigers een grensgeval is?
Een van de kenmerken van het Sallands is dat de verkleinwoorden gemaakt worden met klinkerwisseling. Dat was voor Jo Daan het criterium op grond waarvan zij de grens tussen het Sallands (Gelders-Overijssels) en het Zuiddrents heeft getrokken.

Sallands Zuiddrents
hond - huntien
kop -  köppien
zak -  zäkkien
hond - hontien
kop -  koppien
zak -  zakkien

In Nieuwleusen worden de verkleinwoorden soms wel met klinkerwisseling gevormd, soms ook niet. Voor het Woordenboek van Overijssel gaven de informanten onder andere de volgende verkleinwoorden op (N.B.: klinkerwisseling komt alleen bij achterklinkers voor, dus niet bij ie, uu, ee, eu, öö en de korte tegenhangers ervan).

met klinkerwisseling:

puppien bij poppe ‘pop’
trössie bij trosse ‘tros’
knöppie bij knoppe ‘knop’

zonder klinkerwisseling:

sloffie bij sloffe ‘slof’
doekie bij doek
taofeltie bij taofel ‘tafel’

zowel met als zonder klinkerwisseling komen voor:

droevies, drufies bij droeve ‘druif’
sni’jklokkies, sni’jklökkies bij (sni’j)klokke.

Op de kaart die G.G. KLoeke in 1926 van de verkleinwoorden in Overijssel tekende, en die hieronder is afgedrukt, ligt Nieuwleusen nog in het Sallandse gebied, d.w.z. het gebied waarin de verkleinwoorden met klinkerwisseling of umlaut worden gevormd. De rode stip op de kaart is Nieuwleusen.
Vergeleken bij de situtatie van toen is de taal van Nieuwleusen dus wat “Drentser” geworden.

Verder lezen over de taal van Nieuwleusen? Klik hier.