Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.

> lees meer over de cursus
> schrijf je in voor de cursus

Auteurs uit
Tubbergen (Tubbig)

Gerard Droste

Gerard Droste (Gerardus Johannes Hendrikus; Tubbergen, Mander, 1939) was docent wiskunde aan het Pius X college in Almelo. Hij gebruikte aanvankelijk de auteursnaam Klei Gerrit. Droste schrijft verhalen en gedichten over het gewone hedendaagse, soms heel direct maar meestal met gevoel voor humor, romantiek en nostalgie, gebundeld in: Stil-leaven (2006) en Oetzicht (2015).

Lecht in ’n tweedonker (Almere/Enschede : Van de Berg, 2003. 180 p.) is een roman waarin een weduwnaar terugkijkt op zijn rooms katholieke kindertijd, middelbare schooltijd en eerste huwelijksjaren. Hierin geeft hij een bijna documentaire beschrijving van het dagelijks leven op het platteland van Noord Twente in de periode 1940 tot 1965. 

Overzicht van werk van Gerard Droste op: Twentse Taalbank.nl 

Erik Dam

Erik Dam Diever, 1963) woont in Fleringen, is dichter en zanger; op troubadourachtige wijze vertolkt hij de Twentse liedjes die hij zelf schrijft. Hij vertaalt ook popmuziek in het Twents en schrijft teksten voor de Jazzerieje. Het gedicht Kroesenboom, over de boom in zijn dorp, is ook opgenomen in: Taal tussen Oldemarkt en Oldenzaal (Enschede, Van Deinse Instituut, 1997); Mien kearlken in: Twentsche Almanak - 2003 - Nr. 124, p. 157; Sterfhoes in: Typisch Twente, 2006, nr. 4 en in: Verdan, 1999, nr. 3. Allerzielen is opgenomen in de bundel  Dubbelop (2015);  Earfenis en  Instituut zijn opgenomen in de bundel De nije oogst (2007); Hetty's leedke is opgenomen in Niejen Bodbreef  (2014.09, Nr. 05.3, P. 65)

Zie voor volledig overzicht: Twentse Taalbank.nl

Bron: http://www.streektaalzang.nl


    

     

     

A. Groothuis

A. Groothuis (Haarle, gemeente Tubbergen, 1899) schreef, ook onder het pseudoniem Toon, vanaf 1959 gedichten. Die zijn verzameld in de bundel ‘Prakkezaosies van Toon’ (Almelo, in eigen beheer, 1990. 96 blz.)

Bron: Twentse Taalbank.nl 

J.A. Kottink

J.A. Kottink (Geesteren, 1929 - 22-08-2008) , zoon van de caféhouder, was na de HBS en MTS o.a. werkzaam als technicus bij Stork in Hengelo. Na zijn VUT op 62 jarige leeftijd heeft hij zich vasthoudend ingezet voor het fonetisch juist weergeven van de taal van Geesteren. Dat resulteedde in de uitgave: De gesprökn sprook van Geester; oetsprook, schrifwiez, grammatika, sprookeegnheed, gezeegdes, spreukn, losse veteelsels. (In eigen beheer, 1995. 357 p. ) Op deze uitgave volgden regelmatig nieuwe, aanvullende uitgaven. Ook schreef hij zelf: Gedichtkes in mienne môôresprook (1999);  Limmerikn in mienne môôresprook (2000) en de bundel verhalen: Prakkezootsies in mienne môôresprook (2000) en de in het oudGeesters geschreven roman De Hoofstie , over het wel een wee van een Geesterse familie in oorlogstijd.

Bron: https://issuu.com/entjesbe/docs/heembode_geesteren

Zie ook: Twentse Taalbank

Bernardus Krikhaar

Bernardus Krikhaar (Geesteren, 25-12-1868 - 17-07-1954) schreef onder het pseudoniem Toon Tukker als correspondent in De Nieuwe Twentsche en Almelosche Courant en de Twentsche Courant en in de Thuisfrontkrantjes uit de jaren 1948-1950 ten behoeve van de in Nederlands Indië verblijvende militairen uit de parochie Geesteren.  

Voor vindplaatsen zie: Twentse Taalbank.nl

G.J.A. Kuiper

Gerardus Johannes Albertus Kuiper (Lonneker, 07 -01-1894) verhuisde kort na zijn geboorte met zijn ouders naar Oldenzaal, alwaar zijn vader ambtenaar werd bij de belastingen. Kuiper was vanaf 1920 hoofd van de H. Hartschool te Fleringen. Gedurende zijn leven gepubliceerde Kuiper verhalen en gedichten in o . a. de Twentsche Courant  en het Jaarboek Twente. 'n Gaentenslag is opgenomen in het Jaarboek Overijssel 1950, p. 55 t/m 61. Een bloemlezing daaruit is opgenomen in Nen aovend by Zövenhoezen Jaan ( Tubbergen, St. Hist. Kring Vasse-Mander- Hezingen, 1989. 93 blz.). De bundel is in full tekst opgenomen in Twentse Taalbank.nl

H. Klaassen

H. Klaassen (Albergen, 1901 - 1980) werkte  ongeveer 40 jaar mee aan de Twentse Almanak . Vanaf 1937is bijna elk jaar een verhaal van hem opgenomen.   Ook in het Jaarboek Overijssel van 1948, 1953 en 1956 zijn verhalen van hem opgenomen. Voorts schreef hij over Twentse spreuken en zegswijzen. Samen met Jan Jans schreef hij het boek Boer'nwiesheid en Boer'nsprekwiezen (1980) en hij is de auteur van de verhalenbundels Hutten Toone zoch ne broed (Twentelandserie, 1964, 45 p.) en Plaggen-luuks nao Amerika (Kleine Twentse Reeks, 1969. 55 p.)