Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.

> lees meer over de cursus
> schrijf je in voor de cursus

Auteurs uit
Genemuiden (Gællemuun)

Jannie Bakker-Rietman

Jannie Bakker-Rietman (Genemuiden, 05-10-1953) studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit Groningen bij Hendrik Entjes. Daar was ze, samen met de studenten Tim Scherings uit Ezinge, Henk Bloemhoff uit Nijerberkoop en Ton Kolkman uit Enschede, initiatiefnemer van De Pennevogel, ’n vereljoors streektaal-tiedschrift vuur Noord-en Oostnederlaand. Jannie Bakker schrijft vanaf begin jaren '70  gedichten, verhalen en columns in het Gaellemunigers. In de loop van de jaren heeft ze hiermee naam gemaakt in het Nedersaksisch taalgebied. Uitgaven waarin werk van Jannie is opgenomen: Een kaerrebies vol winterkost; bundel winterveraeln van de Gællemuniger Taelkrink (1991), Een nummertien ni-je eerappels; zoemerveraeln; bundel zoemerveraeln van de Gællemuniger Taelkrink (1999),Túj of te fuj; onder mekaere; vijftig Gællemuniger uutdrukkign; verklaard (Gællemuniger Taelkrink, De Brug, 2001) en Pennevruchten; proza en poëzie in de streektaal (Schrieversbond Overijssel, 2003, 2004, 2005, 2006). Op de site van de online krant Genemuiden actueel  zijn collumns te lezen die Jannie schreef tussen 2007 -2010. Eens per vier weken wordt op Zwarte Water FF een streektaalprogramma uitgezonden waaraan de Gællemuniger Taelkrink meewerkt. Daarin draagt ze voor uit eigen werk.

Jannie Bakker publiceerde een eigen dichtbundel Meer geliek as eigen (Kampen; IJsselacademie, 2004). In 1973 vroeg Jannie Bakker de dialectschrijvers van Genemuiden om zich te verenigen. Zo ontstond de Gællemuniger Taelkrink. Hierin is zij nog steeds zeer actief. Ze is lid van de Schrieversbond Oaveriessel en de regionale werkgroep Noord-West Oaveriesselse Schrieverskring (NWO-S). Ze schreef streektaalcolumns voor dagblad De Stentor en ze won regelmatig prijzen. In bijna alle bundels van de IJsselacademie waarin de resultaten van tweejaarlijkse schrijfwedstrijden zijn gepubliceerd, is werk van Jannie Bakker opgenomen. 

Hendrikus Wibelinus van Dalfsen

Hendrikus Wibelinus van Dalfsen (Genemuiden,12-05-1856 – Bandoeng, 31-12-1916) was eerst hulponderwijzer in Middelharnis en daarna in Boskoop. Onder het pseudoniem Henri schreef hij de roman De dochter van den rentenier. Ook schreef hij twee vertellingen in het Gellemunigers: ‘Kraggenburg. 'n Vertellige van ’n gellemuniger skipper’ en ‘Braand’. Die zijn gepubliceerd in Van de Schelde tot de Weichsel: Nederduitsche dialecten in dicht en ondicht, deel 1, verzameld door Joh. A. Leopold en L. Leopold (Groningen, Wolters, 1906, 2e druk. p. 572 t/m 580 en 580 t/m 584).

Riek van der Wulp-Heutink

Riek van der Wulp-Heutink (Genemuiden, 1939) woont in Heerde. Ze schrijft sinds 1978 verhalen en gedichten in het Gællemunigers en is lid van de Gællemuniger Taelkrink. Ze publiceerde onder andere in de Stadskoerier, het plaatselijke blad van Genemuiden, en in het tijdschrift De Moespot. Deelname aan de literaire wedstrijden van de IJsselacademie en de Dialectkringe Salland en Oost-Veluwe leverden vele prijzen op, evenals publicatie in bundels die vanaf 1985 door de IJsselacademie zijn uitgegeven. Vanaf de oprichting is Riek van de Wulp lid van de Schrieversbond Oaveriessel. Ze publiceerde inVerdan: een Tiedskrift veur Oaveriesselse dialecte en was er tevens redactielid. Na de opheffing van dit tijdschrift werd zij redactielid van de digitale opvolger Over de Iessel.

Zelfstandige publicaties van Riek van de Wulp zijn de verhalenbundels Slinger van pepiern puppies (Kampen: IJsselacademie, 1991), Meinsn (Kampen: IJsselacademie, 1997) en Ofgelaedentreinen (Kampen: IJsselacademie, 2006),  een tekstboekje en een cd met  verhalen en gedichten door haarzelf voorgedragen  In het Nederlands schreef ze het informatieve boek Om het spel en de knikkers: 495 kinderspelen uit de jaren veertig en vijftig (Kampen: IJsselacademie, 1994).

Bij de IJsselacademie was Riek geruime tijd actief als medewerker aan het Werkverband Dialecten. Ook was zij regelmatig te beluisteren bij lokale en regionale omroepen. Riek verzorgt in de wijde omtrek lezingen in en over de streektaal en draagt daarbij voor uit eigen werk.

Trijntje van Berkum-Booi

Trijntje van Berkum-Booi (Genemuiden, 17-01-1931) is een nicht van schrijfster Riek van der Wulp. Als kind las ze veel in de Stadskoerier en de streektaalverhalen inspireerden haar om zelf verhalen te gaan schrijven. In 1959 trouwde ze met Marten van Berkum uit Herfte, met wie ze in Nieuwleusen ging wonen. Omstreeks 1986  werd ze lid van de Gaellemuniger Taelkrink. Onder de schuilnaam ‘’t Schrievertien’ publiceerde ze in de Stadskoerier over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en schreef ze gedichten bij verdwenen stadsgezichten. In Pierik’s erve (Nieuwleusen, 1994) vertelt ze over de familie van haar moeder en oma. Daarna publiceerde ze nog  ‘t Eerste baksel  (Nieuwleusen, 2001), een gedichtenbundel in Gaellemuniger streektaal , voorzien van een vertaling in het Nederlands.

Henk Beens

Henk Beens (1942) is eigenaar van Henk Beens Beheer en bestuurslid van het Tapijtmuseum. Hij schreef een hele reeks boeken over cultuurhistorische onderwerpen uit de geschiedenis van Genemuiden. Eén keer schreef hij verhalen  in het Gallemunegers, gepubliceerd in de bundel Doake; veraeln en gedechtn in et Gallemunegers (Kampen: IJsselakademie, 1986).

Jelle Kaspersma

Jelle Kaspersma (Sneek, 2-5-1948) bracht zijn jeugdjaren door in Stavoren. Hij werd in 1973 onderwijzer in Genemuiden en vormde in de jaren ‘80 samen met Jannie Bakker, Henk Beens en Geke Mateboer een dichtersgroep die in de streektaal publiceerde. Samen publiceerden zij Doake : veraeln en gedechtn in et Gallemunegers (Kampen: IJsselakademie, 1986). Kaspersma schreef daarnaast de dichtbundel Achter de Tonge (Kampen, IJsselakademie, 1986). Daarnaast vertaalde Kaspersma poëzie van inheemse Amerikanen in het Nederlands: Hoe de verhalen in de wereld kwamen: Blloemlezing uit het werk van zestien Indiaanse schrijvers, en De aarde is ons vlees: Bloemlezing uit het werk van zevenentwintig Indiaanse dichters (In De Knipscheer, 1990). Als dichter publiceert Kaspersma nu alleen nog in het Fries.

Geke Mateboer

Geke Mateboer (Genemuiden, 1960) woont in Hasselt. Op haar negentiende begon ze als journalist in Genemuiden bij de Stadskoerier. Later schreef ze als freelancer voor onder andere De Stentor en de Meppeler Courant. Na twintig jaar stapte Geke over naar de gemeente Steenwijkerland. Tegenwoordig werkt zij als communicatieadviseur bij de Provincie Overijssel. Ze schrijft met hetzelfde gemak in de streektaal van Genemuiden als in het Nederlands. Mateboer is vooral bekend door haar streektaalcolumns, maar zij schreef ook liedteksten voor de band  Juust en de Jazzerieje. Samen met Henk Beens en Jelle Kaspersma schreef ze Doake: Veraeln en gedechtn in et Gallemunegers (Kampen: IJsselakademie, 1986).  Zwartewatercolumns (Silvox schrievers, serie 2006), een  tekstboekje en cd waarop zij haar eigen columns voor draagt. In het Nederlands schrijft ze over de regio, zoals in: Varen door de tuin van Nederland (2006) en Voor ons komt de bevrijding te laat (2014) over de Joodse slachtoffers in Hasselt tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bron: Zwartewaterkrant.nl

Herman Mateboer

Herman Mateboer (Genemuiden, 1965) is de jongste broer van Geke Mateboer. Hij woont in Lelystad. Als piloot en gezagvoerder van Martinair vliegt hij over de hele wereld naar de meest exotische oorden. Hij schreef in Kerosine (2012) over zijn belevenissen die hij opdeed tijdens zijn werk. Ondanks zijn avontuurlijke bestaan heeft Mateboer een sterke band met Genemuiden. Hij publiceerde van 2009 tot en met 2014 columns in het Gaellemunigers op de internetsite Genemuiden Actueel: de online stadskrant.

Hennie Brouwer-Mateboer

Hennie Brouwer-Mateboer is winnaar van de verhalenwedstrijd Veralderierd, met een verhaal met dezelfde titel, en schreef eerder In de stege (In eigen beheer, 2008). Dit boek bevat 105 verhalen vol nostalgie, gemengd met humor over ‘old Gaellemuun’ en de ‘Zeediek’. Hennie Brouwer en haar man Jan zetten zich als voorzitter en penningmeester in voor de stichting Lux in tenebris, die is verbonden aan de Theologische Universiteit Faculté Jean Calvin in de Zuid-Franse stad Aix en Provence, waar studenten worden onderwezen in de historische, gereformeerde theologie.

Meer informatie vindt u op Lux in tenebris

Sander en Wim van Dalfsen

Sander en Wim van Dalfsen treden sinds 2008 op met Gaellemuniger streektaalliedjes over vroeger en nu. Ze begeleiden zichzelf op gitaar en soms pakt Sander zijn accordeon erbij. Hun optreden krijgt soms het karakter van een cabaretprogramma, omdat mensen meeleven met hun teksten, erom lachen en meezingen.

Bron: Breman.net

Erik Driessen

Erik Driessen (Genemuiden) groeide op in Genemuiden maar woont nu in Sint Jansklooster. Hij is al bijna twintig jaar journalist en tekstschrijver. Hij schreef onder meer voor landelijke dagbladen en is eigenaar van de nieuwssites De Tekstkenner, Genemuiden Actueel en Varen in de Kop van Overijssel; met sinds 2015 een werkplek in cultureel centrum ‘t Olde Staduus in Genemuiden. Erik Driessen heeft twee teksten geschreven voor Dag en Nacht (2012) van de Genemuider dialectband Juust. Hij vertaalde tevens Over You van ZZ Top tot Kolde Wiend. Ook is hij de uitgever van de verhalenbundels Dit land vraagt om een boot (2012) en Oost West…: Verhalen uit de Kop van Overijssel (2013).

Fré Sollie

Fré Sollie is voorzitter van de Middenstand Vereniging Genemuiden en eigenaar van Sollie Sports. Hij is een van de oprichters van het Genemuider feest-en-sfeerkoor Anders dan normaal en is er nog altijd actief bij betrokken. Tevens is hij gitaris en zanger van het driemanschap dat onder de bandnaam Zomaer ook afzonderlijk optreedt.. Hij schrijft liedteksten in het Geallemunigers, ook voor de band Juust.

Juust

Juust ontstond na het verschijnen van de DVD Uutsprèken (IJsselacademie, 2006), die laat zien hoe streektaal een plek binnen de eigentijdse popmuziek kan krijgen. De streektaalpopband van Gerben Beens (zang), Jerry Hoekman (gitaar, lap steel en mandoline), Harry van Rees (basgitaar), Martin Bakker (gitaar en zang) en Arend van Dijk (drums en percussie) verbindt streektaal en moderne muziek met elkaar. Het eerste album Dag en Nacht (2012) werd lovend ontvangen. Oorspronkelijk bestond het repertoire vooral uit in de Genemuider streektaal vertaalde covers van Skik, Frederique Spigt en Ramses Shaffy, maar daarna kwamen er steeds meer eigen composities bij, met teksten van de streektaalschrijvers Fré Sollie, Geke Mateboer en Erik Driessen.

Gooswijn van Rees

Gooswijn van Rees is geboren in Genemuiden, maar woont nu in Kampen. Hij is tekstschrijver, speelt basgitaar en zingt in de band Soulstar. Hij werkte mee aan het dialectmuziekproject Uutsprèken (IJsselacademie, 2006). Op de gelijknamige cd staat van hem het nummer 'Naor huus, naor oe'.

Dirk van der Haar

Dirk van der Haar (Genemuiden, 01-06-1897 - Zeist, 25-01-1995) heeft tot zijn zestiende jaar in Genemuiden gewoond en kwam er regelmatig, tot het  overlijden van zijn ouders in 1931. Na zijn studie Engels aan de Universiteit van Amsterdam en promotie in 1933 was hij werkzaam als leraar Engels in Amersfoort. Na zijn pensionering heeft hij zich verdiept in de taal van Genemuiden zoals die in zijn jonge jaren werd gesproken. Dit resulteerde in: ‘Gaellemuun en 'et Gaellemunegers. Een Studie over Genemuiden en het Genemuider Dialect’ (Amersfoort; In eigen beheer, 1967. 480 p.) Na een hoofdstuk over het Genemuiden uit zijn jeugd concentreert Van der Haar zich op de taal; klank- en vormleer,  zinsbouw enz. Daarbij worden veel voorbeeldzinnen gegeven. De studie wordt afgerond met veranderingen sedert de jaren twintig  tot de jaren zestig en de invloed van de cultuurtaal op het gebruik van het Gaellemunegers.

Toen Jannie Bakker in 1973 de streektaalschrijvers van Genemuiden aanspoorde zich te verenigingen, bedacht Dr. Dirk van der Haar de naam “Gællemuniger Taelkrink” .

bron: De Nieuwe Taalgids. Jaargang 61. 1968 p. 196 t/m 199

Hendrikus Wibelinus van Dalfsen

Hendrikus Wibelinus van Dalfsen (Genemuiden,12-05-1856 – Bandoeng, 31-12-1916) was eerst hulponderwijzer te Middelharnis, daarna te Boskoop. Onder het pseudoniem ‘Henri’ schreef hij ‘De dochter van den rentenier’ (Kampen: Huneman, 1877. 135 p.) Het is een novelle, spelend eind 1800, in het gefingeerde Overijsselse dorp 'Beerenburg', met als hoofdpersoon de negentienjarige Alida die een moeizame weg moet gaan om de ware liefde te vinden. De gesprekken zijn in dialect

Rob Hollander

Rob Holtens, artiestennaam Rob Hollander, Genemuideger zanger, schrijver en componist,  scoorde in 2007 zijn eerste hitje ‘Als ik een zonnestraal kon vangen’. Genemuiden kent Rob vooral als zanger van het levenslied. Daarnaast verzorgt Rob de laatste jaren ook de tekst en muziek voor het IJssel Duo. Het Kamperse duo staat, tot nu toe, bekend om hun hit, 'Drommelse Jongen'. Zijn liedjes (als Rob Hollander) – D’olde zwarver (p. 72-73),  Kampen alleraerdigst stadtien, daer waer ik gebor’n bin (p. 88) en (als Rob Holtens) - In Kampen was vrogger een steegien (p. 76-77) zijn opgenomen in  ‘Kampen in Tekst en Muziek’.(Kampen; Pear Productions, 2011. 1 cd +1 boek , 96 p.), een CD met de bekendste liedjes over Kampen, samengesteld door Paul Reichenbach en Riekie Ripke.